zaterdag 6 mei 2017

Geneve-Mediterranee

Laatste nieuws: nog maar een jaar geleden -zorg altijd dat je weblog actueel blijft- een nieuwe fietstocht gemaakt. Voor een uitgebreid verslag zie: http://www.bikeandtrekkingmagazine.nl/nieuws/13793/frankrijk-viarhona-toerfietsen.html

Lees verder...

dinsdag 19 juli 2011

Hetzelfde maar toch heel anders

Bovenaan een algemene boodschap.
Als je hier klikt (http://gwenenhansfietsen.blogspot.com/view/flipcard) krijg je deze weblog op een meer overzichtelijke manier te zien. Het is gemakkelijker tussen de verschillende bijdragen of routes te kiezen. Je kan ook nog uit andere weergaves kiezen in het dropdown menu in de bovenste balk. Het enige nadeel is dat alle links aan de rechterkant, zoals naar de foto’s, wegvallen.

Lees verder...

zondag 10 juli 2011

Overzicht, foto’s en korte evaluatie Utrecht-Istanbul

Alweer bijna een maand thuis. Het wordt tijd om de tocht in ieder geval op internet af te sluiten. Zelf blijf ik heerlijk hangen in de nageniet-fase. Belangstellende vragen houden het allemaal nog tastbaarder. Dus mocht je me tegenkomen, aarzel niet….

Ik heb alle foto’s geselecteerd. De links staan aan de rechterkant op de blog onder het kopje ‘Foto’s en filmpjes’. Voor het gemak zet ik hier de links ook nog even. Er zijn foto’s van Nederland, Duitsland, Oostenrijk (Mauthausen apart), Slowakije, Hongarije, Servië en Kroatië, Bulgarije, en, die vond ik zelf het meest interessant, Turkije. Zoals te doen gebruikelijk bij mensen die erg enthousiast zijn over hun vakantietocht is de selectie aan de ruime kant. Servië en Kroatië spannen de kroon met 88 foto’s. Maar zelfs die trekken in de automatische diastand, standaard 3 seconden per foto, in 4 minuut 24 aan je voorbij. Heel Turkije zie je al in 52 * 3, dat is net iets meer dan 2 en een halve minuut! (Oké, meer reclame ga ik niet maken voor mijn vakantiefoto’s.)

HET OVERZICHT
De cijfers:
Totaal afgelegd: 3456,24 kilometer (net iets meer dan de totale Tour de France 2011, en die kunnen meestal lekker in het peloton rijden)
Afgelegd in: 38 fietsdagen, 14 dagen ‘vrij’.
Netto fietstijd totaal: 192 uur en 29 minuten, oftewel 8 dagen en een half uur.
Gemiddelde netto fietsdag: In net iets meer dan 5 uur net iets meer dan 90 kilometer
Overall gemiddelde: 18 km/uur
Langste dagrit: 136 km
Langste netto fietsdag: 7 uur 16 minuten
Laagste daggemiddelde: 15,4 (van Wenen naar Bratislava)
Hoogste daggemiddelde: 20,8 (windje mee vanuit Budapest)

Aantal keren gevallen: 3. Wel wat minder spectaculair dan Johnny Hoogerland in de Tour. Alle drie keer viel ik in bijna stilstand omdat ik mijn vastgeklikte schoenen niet op tijd los kreeg. Als je eenmaal onderweg bent naar de grond wint de snel-met-je-voet-opzij reflex het van de even-nadenken-o-ja-eerst-mijn-hiel-naar-opzij-los-en-dan-pas-mijn-voet-opzij handeling. Liggend op de grond voel je je nogal onbenullig, fiets met bepakking half over je heen, voeten nog steeds vast. De twee weken erna fiets je wel met stoere schaafwonden op knie en elleboog.

Lekke banden: 1, de laatste dag in Bulgarije een scheurtje bij het ventiel in de binnenband. Lang leve de Schwalbes-marathon-supreme buitenband, geen glassplintertje of doorn doorgelaten. Terwijl ik bij vertrek al aan vervanging dacht. Ze hebben er nu ruim 8000 kilometer opzitten.

ALLE RITTEN
Mocht iemand ook naar Istanbul willen fietsen dan kan ik mijn complete GPS-track mailen. Laat maar weten via deze site of gwenenhansfietsen@gmail.com.
Tot Budapest heb ik de Limesroute gevolgd, sommige dagen wat strikter dan andere. Daarna de Donauradweg tot halverwege Bulgarije. Het laatste stuk naar Istanbul was geheel naar eigen inzicht. Een stuk of 3 keer ben ik echt verkeerd gefietst, een zijtakje van de Donau bleek geen brug te hebben, verkeerde borden gevolgd, maar uiteindelijk eindig je gegarandeerd in Istanbul. Waar je dan overigens nog wel een rondje rijdt als je mijn GPS-track precies blijft volgen.


Klik voor een leesbaardere vergroting op de afbeelding

De routes per dag, gestart op zondag 17 april 2011:
1. Utrecht-Kalkar (Duitsland) 124,5 km
2. Rustdag *
3. Düsseldorf 93,7 km
4. Remagen 111,1 km
5. Bingen 110,8 km
6, Steinheim 98,1 km
7. Hardheim 96,6 km
8. Rothenburg 88,0 km
9. Tittingen 115,1 km
10. Regensburg 107,5 km
11. Rustdag
12. Bogen 66,7 km
13. Vilshofen 59,9
14. Ottensheim (Oostenrijk) 109,7 km
15. Mauthausen 37,0 km
16. Melk 87,2 km
17. Rustdag
18. Tulln 80,1 km
19. Wenen 42,2 km
20. Rustdag *
21. Rusdag *
22. Bratislava (Slowakije) 76,6 km *
23. Rustdag *
24. Györ (Hongarije) 89,1 km *
25. Tata 74,8 km *
26. Esztergom 45,4 km *
27. Budapest 85 km *
28. Rustdag *
29. Kalocsa 136,6 km
30. Sombor (Servië) 110,2 km
31. Ilok (Kroatië) 106,6 km
32. Novi Sad (Servië) 51,5 km
33. Belgrado 90,1 km
34. Rustdag
35. Srebrnzo Jezero 109,9 km
36. Donji Milanovac 84,1 km
37. Kladovo 62,9 km
38. Rustdag
39. Vidin (Bulgarije) 101 km
40. Kozloduj 97,7 km
41. Pleven 102,4 km
42. Veliko Tarnovo 111,3
43. Rustdag
44. Radnevo 130,7 km
45. Edirne (Turkije) 128 km
46. Rustdag
47. Çorlu 125,0 km
48. Silivri 38,4 km
49. Istanbul 70,9 km
50-51. Rustdagen
52. Utrecht *
* = Samen met Gwen

EVALUATIE
Wat wil ik verder nog kwijt over de tocht? Het was schitterend. Ik las onlangs weer eens dat voor een gelukkiger leven ervaringen belangrijker zijn dan bezit. Gedeeltelijk wordt dat verklaard doordat ervaringen zich achteraf gemakkelijk laten bijstellen. Als de nieuwe auto eenmaal voor de deur staat wordt hij al snel gewoon, en daarna gaat hij ook nog eens roesten. Een gemaakte reis kan, als de tijd verstrijkt, eigenlijk alleen maar mooier worden. Het afzien en de verveling zijn al snel niets meer dan een vage herinnering. Van het weinige negatieve dat toch beklijft denk je achteraf dat je het toch maar mooi doorstaan hebt.
Maar wat kan ik, als ik heel diep graaf, nog naar boven halen aan negatieve aspecten? Het alleen fietsen was soms wel erg alleen. In Duitsland en Oostenrijk was de service in de hotels en restaurants bijna altijd vriendelijk en netjes. Maar ook professioneel, en niet meer dan dat. Voor kleine gesprekken moest ik echt mijn best doen. Als middelbare man alleen word je niet snel benaderd. Het echtpaar uit Utrecht dat ik in Turkije tegenkwam vertelde dat ze al vanaf Nederland steeds werden aangesproken. Waar gingen ze naar toe, goh wat interessant. Een man alleen is dan veel ‘onveiliger’ om zomaar aan te spreken. In een enkel Duitse hotel had ik het idee dat ik zelfs wat argwanend werd bekeken.
Vanaf dat ik een ‘echte vreemde’ was gingen de contacten veel gemakkelijker. De Hongaren waren nog wat chagrijnig, maar vanaf Servië hoefde je maar even ergens te stoppen en je had weer een praatje. Of je werd zelfs uitgenodigd om bij mensen wat te drinken of eten. Hoe vreemder je ergens bent, hoe gemakkelijker het is om alleen te reizen.
Bijna alle avonden at ik nog wel alleen. Dat kan saai zijn. Met name in Bulgarije, waar het eten soms lang op zich liet wachten, nam ik vaak een boek mee.

De is route is heel afwisselend, zoals je zou mogen verwachten als je dwars door Europa van Utrecht naar Istanbul fietst
De Duitse fietspaden zijn soms erg druk. Het in het voorjaar vers gestrooide gravel dat je vooral in Zuid Duitsland tegenkomt is niet prettig fietsen. Oostenrijk heeft hele mooie stukken (bv de Schlögener Schlinge en de Wachau) maar ook saaie stukken waar je op een lange rechte dijk langs de gekanaliseerde Donau fietst. In Hongarije voegt de bewegwijzering een extra avontuurlijk aspect aan de route toe. Tot Budapest is het mooi, daarna wat saai. Vanaf Hongarije gaat de route steeds vaker over gewone wegen. Meestal rustige binnenwegen, maar soms ook over drukke tweebaanswegen met langsdenderend vrachtverkeer. Dat is niet altijd even ontspannen fietsen. Vanaf Servië en Kroatië voegt het contact met de lokale bevolking veel toe aan het fietsgenot. Maar dat had ik al verteld. Landschappelijk zijn Servië (bv de IJzeren poort) en Bulgarije (verscholen dorpjes met alleen paard en wagen als verkeer, de bergen, Veliko Tarnovo) het hoogtepunt. Istanbul is een geweldige stad, maar mijn fietsroute ernaar toe was vooral op het laatst veel te druk.
Nog een punt van kritiek op de Donau zelf. Dat hij niet blauw is wist ik van te voren al. Wat wel echt tegenviel is dat hij bijna nergens meer echt stroomt. Vanaf Zuid-Duitsland is de Donau vooral een lange aaneenschakeling van stuwmeren. Soms zo breed en kalm dat het hele idee van een rivier verdwijnt.

Wat nu nog blijft is de napret. Af en toe kijk alweer voorzichtig op internet naar nieuwe routes. Utrecht-Sint Petersburg lijkt me wel wat. Of Utrecht-Moskou. Maar voorlopig is het thuis-Utrecht CS, 's avonds dezelfde weg weer terug. Of een ritje in het weekend.

Tot slot: alle mensen die hebben meegelezen, misschien zelfs een beetje meegeleefd, bedankt voor de belangstelling. Alle mensen die op de één of andere manier gereageerd hebben nog meer bedankt!

Lees verder...

vrijdag 10 juni 2011

Gebeten

Ik ben weer thuis. Dinsdagavond vanaf Istanbul gevlogen. De trein werd te begrotelijk, te langdurig, en bovendien was het onduidelijk of en hoe mijn fiets mee zou kunnen. In drie uur was ik weer in Amsterdam. Best een handig ding, zo’n vliegtuig. Maar fietsen is leuker.

Net als toeval, zie de vorige bijdrage, bestaat ironie ook.

Als ik me over één ding van te voren zorgen had gemaakt dan was het over agressieve, bijtende honden. Het was de reden om af te zien van een mogelijk dagje Roemenië. In Bulgarije ben ik een stuk of vier keer achtervolgd, maar het bleef bij blaffen. In Turkije ook nog twee keer lastiggevallen door mee rennende blaffers, rothonden is misschien een beter woord.

Ik had mijn angst al bestempeld als overdreven. Gaat het de laatste avond in Istanbul alsnog mis. Niet op de fiets, maar nota bene lopend.

Een zwerver zat met drie honden langs de weg. Twee andere voetgangers zag ik er al met een grote boog omheen lopen. De honden bleven rustig liggen. Toch liep ik er ook maar met een boog omheen. Toen ik de eerste hond was gepasseerd keek ik naar de volgende honden. Opeens voelde ik een beet in mijn hand. Niet heel hard, ook achteraf was het meer gevoelig dan dat het pijn deed. Ik zag slechts een rode streep, geen bloed of een open wond. Ik schold de hond uit, keek kwaad naar de zwerver, die half lachend reageerde, en liep daarna maar weer verder.

’s Avonds op internet gekeken, en Gwen gebeld of ze in bij de huisarts navraag wilde doen. De huisarts moest overleggen met de GGD, maar uiteindelijk was het dwingende advies om al in Istanbul mijn eerste anti-hondsdolheid prik te halen. Hondsdolheid komt voor in Turkije, en zelfs van een lik van een besmet beest kun je het krijgen. Los van het feit dat ik überhaupt nog niet zo’n zin heb om dood te gaan, als het virus eenmaal in je zenuwstelsel zit is dat zo goed als onvermijdelijk, rabiës is niet de prettigste manier om aan je einde te komen.


Daar ging mijn laatste ontspannen dag in Istanbul. Ik had net zo’n heerlijk dagritme gevonden. ’s Ochtends relaxed ontbijten en een beetje kletsen met medehotelgasten of het personeel. Uurtje of twee drie aan bezienswaardigheden besteden, weer terug naar het hotel voor lezen of tv kijken, wat dan snel een middagdutje werd. Tegen de avond de stad in voor een wandeling en eten. Ik voelde me perfect uitgerust.

Het ziekenhuis bleek gelukkig gemakkelijk te vinden. De vaccinatie in Turkije was helemaal gratis. Voornaamste bijverschijnselen: koorts en lamlendigheid. Koorts heb ik niet gevoeld, lamlendigheid als in grote vermoeidheid zeker. Van de Turkse artsen mocht ik geen te grote fysieke inspanningen doen. En ik mocht niet douchen. Het Engels van de Turkse artsen was te beperkt om uit te leggen waarom ik de douche moest vermijden. In Nederland vonden ze de douche regel maar vreemd. Totdat Gwen teveel begon te protesteren heb ik me er toch maar aan gehouden.

Als reisbegeleider in Indonesië waarschuwde ik altijd voor honden, katten en vooral de apen in de tempels op Bali. Als die je beten moest je 20 injecties rondom je navel om hondsdolheid te voorkomen, zo vertelde ik. Vertrouw niet alles wat de reisbegeleider vertelt. Normaalgesproken had ik in Nederland nog vier vervolginjecties moeten halen. Maar omdat ik 3 jaar geleden voor de tocht in Afrika al ben ingeënt hoef ik er nog maar één te halen. Gewoon in mijn arm, hoe ik in hemelsnaam bij die navel ben gekomen is me een raadsel (Ik lees nu op de Engelstalige wikipedia dat dit de oude behandelingsmethode was, het vertrouwen in reisbegeleiders is weer hersteld.). Bijkomend voordeel is dat ik na de tweede prik gelijk weer voor 3-4 jaar gevaccineerd ben. Voor hondsdolheid betekent dat geen echte veiligheid, maar dat je na een verdachte beet wat meer respijt hebt voor de eerste injectie omdat je al weerstand tegen het virus bezit.

Als laatste advies hoorde ik dat je voor echte zekerheid het dode beest op hondsdolheid moet laten onderzoeken. Dat was dan weer net te moeilijk. Eerst die hond doodslaan, probleem met de zwerver en de andere honden. In het hotel of bij de incheckbalie van Transavia waren ze waarschijnlijk ook niet enthousiast geweest als ik daar met een dode hond was komen aanzetten.

PS: De aanvullende injectie in Nederland gehaald. Kosten 84,50. Misschien dat de verzekering het (gedeeltelijk) terugbetaald. In Turkije was het gratis, ook voor buitenlandse toeristen. Als ik de complete reeks had moeten hebben (totaal 5 injecties) was op en neer vliegen naar Turkije misschien wel kosteneffectiever geweest.
Ik meldde het opmerkelijke prijsverschil bij de doktersassistente. 'O, ik dacht dat het (de zorg) bij ons beter was' was haar reactie. Niet alles is beter bij ons.

Lees verder...

maandag 6 juni 2011

Klaar

Ik ben er. Als je een beetje doortrapt, 3456 kilometer zegt mijn administratie, dan kun je best een eind komen. (3456, interessant getal, zou daar nog een boodschap in zitten? Ja, dat toeval bestaat.)

EMOTIES
'En, wat ging er door je heen toen je in Istanbul arriveerde?' is een voor de hand liggende vraag.
In eerste instantie vooral blijdschap dat ik het overleefd had. Niet de hele tocht naar Istanbul, maar de laatste dag.

De koepel van de Aya Sofia

Wat een helletocht. Zoals ik eerder schreef fiets ik bijna het complete Turkije gedeelte over de vluchtstrook van de snelweg. De laatste dag, 70 kilometer nog naar Istanbul, ontbrak die vluchtstrook meestal. Alsmaar over de witte lijn, een paar keer snel in de steenslag of blubber van de berm vanwege een te heftig toeterende vrachtwagen. De twee banen naast me werden er drie, de heuvels bleven maar komen, het verkeer werd steeds agressiever. En het was heet. Overdadig zweet liep in mijn ogen en maakte het stuur glad in mijn handen. Na het tweede klaverblad waar ze links en rechts met 80 km per uur langs me heenraasden besloot ik dat het genoeg was. Precies op het goede moment bleek achteraf. Ik belandde in een rijke voorstad waarvandaan ik rustig langs de kust richting centrum kon rijden. Geen heuvels meer, en een heerlijk verkoelend zeewindje. De laatste tien kilometer was er zelfs een fietspad. Het concept fietspad was de plaatselijke bevolking nog niet helemaal duidelijk. De strook asfalt werd vooral gezien als een handige plek om op zaterdagmiddag een barbecue te houden. Door kebab-walmen en zwarte-grijze hoopjes uitgebrand houtskool zocht ik mijn weg.

Ik had me voorgenomen te stoppen bij het bord 'Istanbul', maar dat bord is er niet geweest. De brok in de keel was er toen ik voor het eerst rustig langs de zee reed. En toen een moutainbiker vriendelijk naar me belde met daarbij een blik alsof hij wist dat ik zeven weken geleden uit Utrecht was vertrokken en dit mijn laatste dag was. (O, en nu ik dit intik. Snik.)

Gezellig in de Aya Sofia en de bazaar

Sinds gisteren ben ik een anoniem onderdeel van de enorme stroom toeristen in Istanbul. Ik heb er over gedacht om met al mijn bagage op mijn fiets rondjes door Istanbul te gaan fietsen zodat ik nog wat bewondering en lof zou kunnen oogsten. Maar die bewondering en lof laat ik maar aan jullie over als ik weer terug ben in Nederland :-).

Binnen niet al te lange tijd volgt een grondige evaluatie. Met mijn foto's loop ik hopeloos achter. Eens kijken of er nog wat leuks tussenzit vanaf Oostenrijk en verder.
Als pre-evalutatie kan ik nu al verklappen dat één van mijn belangrijkste doelstellingen is gehaald. Al minstens twee weken zakt mijn broek steeds af, gisteren heb ik eindelijk een gaatje in mijn riem erbij geboord. Vanavond heb ik mezelf gewogen bij één van de mannetjes die met een weegschaal op straat zitten. 82 kilo nog, met alle kleding erbij. Minstens 6 kilo eraf in 7 weken. Daar kunnen de weight-watchers volgens mij niet tegenop.

De moskee roept op tot gebed, de stad trekt zich er niets van aan, alle herrie gaat gewoon door. Voor mij roept de plicht als toerist, ik moet weer wat gaan bekijken.

Nou, dat klinkt wel heel blasé. Istanbul is een fantastische stad, zowel qua sfeer als qua bezienswaardigheden. De stad is het middelpunt van de booming Turkse economie en mede daardoor een smeltkroes van immigranten van heinde en ver. De bezienswaardigheden beslaan een historie van minstens 2000 jaar. Mijn favoriet is de Aya Sofia. Dat ze zo'n enorme koepel toen al, in de 6de eeuw, konden bouwen. Met de kanttekening dat ze hem weliswaar konden bouwen, maar niet voor de eeuwigheid. De koepel is menigmaal gedeeltelijk of geheel ingestort, zie voor alle deails http://en.wikipedia.org/wiki/Hagia_Sophia.
Eveline en Sake nog bedankt voor alle up-to-date tips over Istanbul!
Erg leuk was dat ik in Istanbul Ton en Helene ontmoette. Niet bij toeval, wel met enige hulp van mail en telefoon. Ton ken ik van de Tour d'Afrique. Gezamenlijk eten is toch een stuk gezelliger dan in je eentje naar een bord zitten te kijken.
Alleen in de moskee

O, ik heb nog wat. Sinds Duitsland al, vrucht van uitgebreid onderzoek en lang nadenken. De oplossing voor het probleem van het schaduwrijke bankje.

HET SCHADUWRIJKE BANKJE
Iedere fietser ken het verschijnsel. Het is heet, en de hele tijd zie je heerlijke schaduwrijke bankjes. Als het echt teveel wordt besluit je te pauzeren. Maar hoe lang je ook doorfietst, opeens staan alle bankjes in de volle zon. Daarvoor stoppen heeft weinig zin, je gaat alleen maar meer transpireren. Uiteindelijk besluit je toch maar een bankje in de zon te nemen. Na een pauze die meer kwaad dan goed doet ga je weer verder, en binnen een kilometer, misschien een keer twee: daar staat hij, het perfecte schaduwrijke bankje. In Duitsland, tijdens de Paas-hittegolf, overkwam me dit meerdere keren. Opeens wist ik de oplossing. Ik stopte voor de zeg maar zonnebank. Raakte even met de fietsbroek de bank aan, verrichte nog een andere willekeurige actie zoals mijn pet rechtzetten, stapte weer op de fiets en reed naar het volgende, perfecte schaduwrijke bankje om daar heerlijk bij te komen. Het werkte, echt, elke keer weer.
Dus als je een keer fietst op een warme zomerdag, je weet wat je moet doen om heerlijk in de schaduw bij te kunnen komen.

Lees verder...

vrijdag 3 juni 2011

Bijna in Istanbul en een gedicht

Ik ben er bijna, nog 70 kilometer naar Istanbul. Het stuk in Turkije zal niet in de top 5 mooiste ritten komen. Van Edirne naar Istanbul betekent 220 kilometer op de vluchtstrook van de snelweg. Laten we zeggen van Maastricht naar Amsterdam op de fiets over de A2. Er is wel een iets rustiger alternatief. Maar dat loopt over nog meer heuvels, terwijl ik nu al het één na hoogste aantal hoogtemeters op één dag scoorde.
Ik doe overigens niets tegen de wet, fietsen is toegestaan. Dat moet ook wel, vaak is het de enige verbindingsweg. Behalve een tolsnelweg, daar mag je echt niet op fietsen.
Om de haverklap wordt er getoeterd. Meestal is het een vriendelijke groet, maar een enkele keer is de boodschap 'je fietst wel op de vluchtstrook, maar ik wil daar iets doen, en als (vracht)auto heb ik de oudste rechten, wegwezen met die fiets'. Van elke toeter schrik je opnieuw. Daarna moet je 9 van de 10 keer vriendelijk terugzwaaien, en de 10de keer maken dat je wegkomt.

Mijn banen (rechts) en de banen voor de auto's

Aan het begin van de rit uit Edirne was er soms nog enig soelaas. Men was bezig met de weg, hele stukken werd al het verkeer op twee banen geleid. Als fietser nam ik de twee afgezette banen, een heerlijk breed fietspad helemaal voor mijzelf.
Hoe dichter bij Istanbul, hoe meer industrie. Hoeveel stank, herrie en lelijkheid kan de mensheid produceren ga je je afvragen.
Milieuregels voor uitlaatgassen zijn hier duidelijk minder streng dan bij ons. Ik denk dat thuis op de bank drie pakjes sigaretten roken gezonder is dan deze rit. Ironisch genoeg was ik gisteren bij een Turks gezin te gast, en de gastheer rookte die drie pakjes per dag daadwerkelijk. Nog nooit zo weinig zuurstof op een dag gehad.
Ik overnacht nu in Silivri, een toeristen- en vissersplaats aan de zee van Marmara. Even weg van de snelweg. De zee van Marmara, alleen al voor de naam wil je er aan overnachten.


Turkse gastgezin, dochter was al naar school

Afgelopen nacht, zoals gezegd, overnacht bij een Turks gezin. Ik vroeg een stel taxichauffeurs in Çorlu naar een hotel. Op voor mij niet helemaal te volgen wijze lagen opeens mijn fiets en spullen achterin een auto en was ik op weg naar een overnachtingsplek in een buitenwijk. Dat was ongelooflijk gastvrij. Nog wel twee kritische noten. Turkse mannen roken veel te veel. En door een Nederlandse bril bezien mag er ook wel eens wat aan vrouwenemanipatie worden gedaan. De man doet eigenlijks niets anders dan bestellen. Vrouw en dochter voeren uit.

GEDICHT
Ik heb het tweede gedicht in mijn leven geproduceerd. Even los van Sinterklaas dan.
Weken aan gewerkt, geschrapt, toegevoegd, opnieuw geschrapt. Uiteindelijk zag ik in dat een lange tocht zoals deze alleen goed tot uitdrukking zou worden gebracht door juist een kort gedicht. Een hele lange rit, een heel kort gedicht.
Ik wist dat Mohammed Ali ooit eens een heel kort gedicht had uitgesproken voor ik geloof een groep studenten. Maar ik ben vergeten of het nu

You
Me


was of

Me
We


Beiden kunnen indrukwekkend zijn, mits goed voorgedragen.
Ik zie dat het de tweede was. Degene die rijmt. Die metrum heeft, dat klinkt beter.
Nog twee voorbeelden van ultra korte gedichten:

I
Why?

Ik
Stik


Nu die van mij. Metrum mist, maar dat hoeft toch niet?

Ik
Fiets


Op de dagen dat ik de verhouding tussen fietsen en andere activiteiten echt te scheef vond had ik opeens wel metrum.

Ik
Fiets
En verder helemaal niets


Ik wacht op een uitnodiging om met Giphart en Campert door het land te trekken en overal mijn gedicht voor het voetlicht te brengen.
Poetry International is in Utrecht, daar kan ik lopend naar toe. (Nee dus, Rotterdam tegenwoordig. Neem ik de trein.)
Voor de internationale markt werk ik aan de Engelse vertaling. Heel moeilijk. Als je niet oppast valt er zo een laag weg. Beste wat ik tot nu toe heb:

I
(Bi)cyle


Hé, wel met metrum, of in ieder geval klinkerrijm!
Maar voorgedragen werkt het niet zo goed.
(En dat allemaal op de euforie van er bijna zijn.)



Lees verder...

woensdag 1 juni 2011

Bulgarije en aanverwante zaken

Het gaat helemaal verkeerd met mijn weblog. Dit is waarschijnlijk de laatste nacht in Bulgarije. Morgen kom ik, inshallah, via een klein stukje Griekenland in Turkije aan. Een half uur geleden had ik al te bed moeten zijn, en nu pas tik ik de eerste regels in. Ik gooi er heel snel een verslag plus evaluatie uit.
(Nou nee dus, toch maar gaan slapen, heel verstandig. Ik zit nu in Edirne, de eerste grote Turkse stad na de grens met Bulgarije en Griekenland.)

BULGARIJE, DE ROUTE
Na Vidin, de Bulgaarse stad waar ik was aangekomen na het verlaten van Servië, had ik de keus om via de Roemeense of de Bulgaarse kant de Donau nog een stuk te volgen. Ik koos voor de Bulgaarse kant omdat me dat 2 onzekere overgangen met een pont zou schelen, uiteindelijk moest ik weer in Bulgarije terechtkomen. Daarnaast waren er allerlei wilde verhalen over Roemenië op internet. Grote armoede, zwerfhonden die in georganiseerde aanvallen eenzame fietsers van hun fiets aftrokken, Roma-kinderen die je met stenen bekogelden als je niet toegaf aan hun bedelarij. Uiteindelijk allemaal iets te wilde verhalen. In het hotel hier in Edirne ben ik twee Nederlandse fietsers tegengekomen. Die waren wel een stuk door Roemenië gegaan. De enorme armoede onderschreven ze, veel erger nog dan in Bulgarije. Maar van de kinderen hadden ze alleen last gehad omdat die de hele dag té enthousiast high fives wilde geven, of een heel stuk met de fietsen mee renden. Honden hadden ze met hun dazer weg kunnen jagen. Een dazer produceert een ultrasoon geluid, alleen hoorbaar voor honden. Het internet als informatiebron wordt door alle verhalen van mijn medefietsers behoorlijk in diskrediet gebracht, volgens de algemene opinie zou een dazer niet of nauwelijks helpen.


Ergens onderweg

Maar goed, terug naar mijn tocht. Ik koos voor de Bulgaarse kant. Ik kreeg er vooral spijt van omdat ik de hele dag kon zien hoe de Roemeense kant heerlijk vlak was, terwijl de Bulgaarse kant een aantal keren flink naar boven en beneden ging. En dat allemaal in de brandende zon.
De route was vrij saai. De ook door de Bulgaren beloofde rovende Roma zwaaiden meestal vriendelijk terug. Van enige aandrang tot criminele activiteiten geen spoor. Wel vroegen ze constant om sigaretten. De door mij gevreesde bijtende honden bleken net als in Nederland niet meer dan blaffende honden. Irritant, maar niet meer dan dat.
Na dag twee in Bulgarije moest ik afscheid nemen van de Donau en over de bergen richting Turkije. Ook hier bleek de vrees, dagen achter elkaar de steilste hellingen op en af ploeteren, veel groter dan de realiteit rechtvaardigde. De wegen waren over het algemeen goed, of zo rustig dat ik op mijn gemak tussen de gaten door kon slalommen. Eigenlijk was de eerste dag langs de Donau het vervelendst qua stijgen en dalen. Daarna was het meer éénmalig omhoog, en dan over een vlakte verder. De hoogste pas was nauwelijks 800 meter, de weg eroverheen schitterend. Het weer zat ook mee. Bij het passeren van de pas had ik lichte regen. Dat werd eventjes zware regen. Maar in de kilometers lange afdaling hield het op, beneden aangekomen was ik weer helemaal droog.

Veliko Tarnovo

Ëén nachtje heb ik in Pleven geslapen, een middelgrote stad met in het centrum lekker veel groen. Daarna naar Veliko Tarnovo (letterlijk de grote troon), de oude Bulgaarse hoofdstad. Er was een gigantische Middeleeuwse burcht bovenop een berg te bezichtigen en een aantal bijzondere kerken. Het schitterend om een vallei gelegen centrum was erg toeristisch, maar op een prettige manier. De grote meerderheid van de toeristen was Bulgaars, een enkele keer hoorde ik Duits, Engels of zelfs Nederlands.
Na Veliko Tarnovo ging ik over de pas waar ik het net al over had. Na de afdaling volgde een heel langzaam aflopende vlakte met nog eens een lekker windje in de rug. Een absolute piekervaring als fietser. In de late namiddag.reed ik op een zo goed als lege weg met gemak boven de 25 richting de verre horizon. Tot ik me realiseerde dat er op enig moment ook nog geslapen moet worden, liefst in een bed. De kaart liet zien dat er de komende 50 km waarschijnlijk geen hotel-fähig stadje zou zijn. Toen ik bij wat dorpelingen navraag deed onderschreven ze dat. Maar een stuk van mijn route af lag er wel een stadje met hotel. Teleurgesteld nam ik afscheid van het bijna moeiteloos voortsuizen. Over flink wat heuvels, de wind af en toe zelfs tegen, kwam ik een stadje dat louter uit flats leek te bestaan.
Bulgarije heeft vaak verrassingen voor je in petto. Als je denkt dit is totale armoede, alleen maar modder, zand, vervallen huizen, rondhangende mensen, dan is er opeens een stad die begint met een hele rij gigantische villa's, daarna ook best aardige huizen, en een prettig centrum.

Bulgaarse flats

Radnevo, het bijna louter uit flats bestaande stadje, bleek een nieuwe verrassing. Vooral in en rondom mijn hotel leek het alsof iedereen bij de Russische maffia zat. De receptioniste zag eruit alsof ze zich voor carnaval als prostituee had uitgedost. Waar ik ook keek, minstens de helft van mijn blikveld werd ingenomen door haar in een miniem pantervelletje verpakte decolleté. Haar pikzwarte haren waren tot drie keer de maat van haar opzichtig bruin geplamuurde gezicht opgetoupeerd. Terwijl ik een kamer probeerde te krijgen deed ze niets anders dan haar vuurrood gelakte nagels bestuderen. Later op de avond zag ook vele strak verpakte geblondeerde dames. Toen ik at zat aan het tafeltje naast mij een jong gezinnetje. Moeder keek verveeld voor zich uit, vader was gekleed in trainingsbroek en singlet, en ruim voorzien van tatoeages. Toen het dochtertje van een jaar of 4 de helft van papa's bier opdronk vond papa dat grappig, moeder bleef verveeld voor zich uitkijken.
Zou het misschien zo zijn dat in mijn hotel de meeste kamers per uur verhuurd werden? Ik denk het niet. Mijn kamer was strak, bijna Spartaans ingericht. Ik hoorde de hele nacht geen geluiden die op andere activiteiten dan het genieten van een gezonde nachtrust duidden. Bovendien sprak geen van de geblondeerde meisjes mij aan. Een oudere eenzame vermoeide fietser, makkelijk verdiend. Ik denk dat het de plaatselijke nouveau riche was, met dezelfde in onze ogen enigszins ordinaire smaak als in Rusland.

BULGARIJE, DE MENSEN
Als ik ooit nog de behoefte krijg om te promoveren dan weet ik al een onderwerp. Het groetgedrag naar voorbijkomende toeristen, en het verband van dit gedrag met allerlei andere zaken. Wat die andere zaken dan zijn, dat staat nog even open. Ik heb alvast wat termen voor groetgedrag bedacht. Je hebt primary wavers, secondary wavers en non-wavers. Oftewel, maar voor een proefschrift moet het natuurlijk in het Engels en een beetje ingewikkeld, je hebt mensen die het eerst zwaaien, mensen die alleen terugzwaaien, en mensen die überhaupt niet zwaaien. En zwaaien is dan eigenlijk groeten, bijvoorbeeld een hoofdknik telt ook mee. Maar het is mijn proefschrift, en wavers vind ik veel leuker klinken.
Indonesiërs zijn primary wavers pur sang. In kleine dorpjes wordt zelfs vanuit de huizen of de verre rijstvelden nog naar je gezwaaid, alsof je de koningin of de paus zelf bent. Serviers zijn een combinatie van primary en secondary wavers. Hongaren zijn non-wavers. Alles sterk gegeneraliseerd natuurlijk. Bulgaren zijn vooral secondary wavers. In de kleine dorpjes willen ze nogal eens erg verbaasd kijken als je langskomt. Soms zo verbaasd, mond half open, dat ze vergeten terug te groeten. Maar als je ergens stopte en om de weg vroeg waren ze altijd behulpzaam. Ook in de hotels vriendelijkheid en behulpzaamheid alom. Alleen in een enkele horecagelegenheid kreeg je nog de ouderwetse met het communisme geassocieerde behandeling. Eten, hier, in mijn restaurant, zonder reservering, hoe durf je het te vragen. Dit alles tegen een decor van 20 lege tafeltjes. Met hoeveel zijn jullie? Één? Nou vooruit, boze, klagende blik. Tegen hetzelfde decor van 20 min 1 lege tafeltjes at ik mijn maaltijd. Overigens wel spotgoedkoop, en lekker.
Mijn eindoordeel over de Bulgaren: prima mensen.

HELEMAAL BIJ
Nu ik dit allemaal heb ingetikt kan ik net zo goed even doorgaan, ben ik weer helemaal bij.

Het aantal medefietsers dat ik ben tegengekomen is tot nu toe vrij mager. Maar gisteren waren er opeens twee ontmoetingen. Eerst een Duitse tegenligster. Ik zei 'ik ben er bijna, ik ga naar Istanbul'. Zij zei 'ik ben er bijna, ik ga naar Duitsland'. Ze was ooit in Australië begonnen, had wel af en toe gevlogen, en moest nu per begin augustus weer terug naar het normale leven. Over Iran was ze erg enthousiast, beschaafde rustige mensen, alleen een verschrikkelijke regering. Turkse mannen vond ze de vervelendste ter wereld. Als vrouw alleen kamperend had ze geen moment rust gehad. Na een paar vervelende ervaringen koos ze noodgedwongen voor de veiligheid van een hotel. Meestal hoor ik vrij positieve verhalen over Turkije en de Turken, maar voor een vrouw alleen kan het heel anders zijn. (Blog : http://travelmadhouse.over-blog.de/)
In het hotel in Edirne mocht ik mijn fiets wegzetten, stonden er al twee Santos-fietsen, ook met Ortlieb bagagetassen. Het bleek een echtpaar uit Lunetten, een buitenwijk van Utrecht, te zijn. Ze hadden bijna dezelfde route als ik gevolgd. Ik keek net even op hun weblog, eerder hadden we elkaar ook al tegen kunnen komen. Wie weet hoeveel medefietsers ik net gemist heb.

Als laatste nog vier vermeldingswaardige zaken:
Het Bulgaarse nee-schudden als ze ja bedoelen. Volgens mijn reisgids, of was het internet, kwam het alleen nog in de kleine dorpjes op het platteland voor. Nou mooi niet, overal nog. Soms leek het een beetje op dat gewiebel met het hoofd, wat ze in India doen als ze in verlegenheid worden gebracht. Dan had ik het wel door. Maar soms was het ook echt helemaal precies ons nee-schudden. Mag ik de rekening betalen? Nee? Hhhee? Mag ik mijn fiets terug? Al nee schuddend met een grote glimlach met je meelopen. O ja, na een moment van verwarring weet je het weer. Nee schudden is ja.

De tegenstelling platteland stad in Bulgarije. De overgang van communisme naar ons systeem heeft de steden duidelijk goed gedaan. Maar het platteland is 20 jaar naar dato er nog steeds niet helemaal bovenop. 'Democratitsii bomba' riep iemand vanaf een paard en wagen naar me toen ik een ingestorte fabriek fotografeerde. De bom van de democratie had alles opgeblazen.

Het kleine stukje, een kilometer of 30, dat ik door Griekenland heb gefietst. Heel merkwaardig om na al die toch niet zo rijke landen eventjes terug te zijn in een land waar net als bij ons bijna alles perfect en af is. Geen vervallen huizen, armoedig geklede mensen, kapotte wegen, rotzooi. Ik verbaasde me er oprecht over hoe netjes alles kan zijn. Heel prettig en comfortabel, soms ook een beetje saai, koud en kil. (Ik ken Griekenland verder helemaal niet, hoorde van Gwen dat het daar ook niet overal pico-bello is. Maar het stukje dat ik doorgefietst heb in ieder geval wel.)

Voor de grensovergang Griekenland-Turkije hebben beide landen erg hun best gedaan er echt iets van te maken. Het zijn niet de grootste vrienden zoals bekend is. In Griekenland was tot de eigenlijke afslag geen enkele aanduiding te vinden dat je naar Turkije zou kunnen. Na de paspoort controle ging je door een paar honderd meter niemandsland, de weg was een soort tunnel met aan twee kanten hoge hekken met prikkeldraad. Bij een open stukje zag ik schuttersputjes en opgestapelde zandzakken, rondlopende soldaten, alsof ze de Turken ieder moment verwachtten. Aan de Turkse kant soortgelijke taferelen.
Voor mijn Turkse visum moest ik 15 euro betalen. De douane stelde allerlei belangstellende vragen, maar vergat het wisselgeld. Ik niet, en ik kreeg het alsnog.
Tijdens het kleine stukje fietsen in Turkije mocht ik al wat primary wavers tellen. Helaas is de taal weer net zo'n groot probleem als in Hongarije. Alleen het woord Döner herken ik. Het is tegelijkertijd ook het meest voorkomende woord in het straatbeeld. Nog nooit zoveel Döner zaken bij elkaar gezien. Het lijkt wel of de Turken het hebben uitgevonden :-).

Plannen: in twee of drie dagen naar Istanbul (nog ruim 200 km). Met brok in de keel het bord Istanbul voorbij fietsen. Daarna proberen weer naar huis te komen. Het liefst met de trein, maar dan wordt de fiets waarschijnlijk een probleem. Anders in drie uurtjes met het vliegtuig. Daar heb je dan ruim 6 weken over gefietst.

Lees verder...

zondag 29 mei 2011

Een leuke dag

Het was mijn laatste dag in Servië, het land waar het fietsen zeer aangenaam was geweest. Als uitsmijter kreeg ik een extra leuke laatste dag.
Het begon al in het hotel. Ik ging steeds met de lift omhoog naar mijn kamer omdat bij de receptie de trap met een koord was afgesloten. Naar beneden vanaf mij kamer kon ik één verdieping, dan kwam ik een soortgelijk koord tegen. Bij mijn vertrek zag ik een kamermeisje, en ik vroeg wat er nu toch aan de hand was met de trap. 'Technical problems' legde ze me uit. Tijdens wat saaiere fietskilometers breek ik er mijn hoofd nog wel eens over wat dat zou kunnen zijn, een trap met 'technical problems'.

ONTMOETING ÉÉN

Geredde schildpad één en twee

Na een uurtje fietsen zag ik een volwassen schildpad langs de kant van de weg zitten. Een paar dagen eerder had ik een kleintje al van een wisse dood gered. Die was bezig de weg in de lengterichting te volgen. Wel zo'n beetje in het midden van de rechterrijstrook, dus waarschijnlijk was hij al een behoorlijk aantal keren door een auto ingehaald. Maar vroeger of later zou het zijn misgelopen. De grote die ik nu zag zat te denken over netjes haaks oversteken. Elke keer als er een auto langsraasde stak hij zijn kop snel in zijn schild, om daarna weer te kijken of het nu wel veilig was. Het leek mij een tamelijk kansloze onderneming. Ik heb hem net zolang gepest met mijn fotocamera totdat hij rechtsomkeer maakte, zucht, steun, weer de struiken in.
Behalve twee schildpadden heb ik onderweg ook al vele slakken het leven gered. Een optimistische levenshouding is een groot goed, maar er moet ook enig contact met de realiteit zijn. Bij overstekende slakken is het evenwicht zoek. Als ze eventjes om zich heen kijken weten ze hoe mis het kan gaan. Ik zet ze onverbiddelijk terug in het gras, een flink stuk van de weg.
Over aangereden dieren gesproken, sinds Servië wordt alles tot en met honden niet meer opgeruimd. Dat levert af en toe echte horror beelden op.

ONTMOETING TWEE
Terug naar mijn leuke dag.
De route ging een tijdlang vlak langs de Donau over een niet verharde weg waaraan allemaal tweede huisjes lagen. Ik was al vaak vriendelijk gegroet toen iemand mij toeriep 'Bist du Deutsch'. Nou nee, dat niet, maar ik spreek het wel een beetje. Dan was ik uitgenodigd om mee naar zijn huisje te gaan om wat te drinken. Verstandig als ik ben sloeg ik een biertje af, het was half elf 's ochtends en ik had nog bijna een hele dag fietsen voor de boeg. Maar een zelf gedestilleerde slivovich kon ik natuurlijk niet weigeren. Volgens de maker was hij minstens 60%. Dat wilde ik best geloven. Met een heerlijk rustgevend uitzicht op de Donau bespraken we van alles en nog wat.

's Ochtends half elf


Hoe hij zijn huisje had gebouwd. Hij had 75 liter wijn met dezelfde hoeveelheid water gemixt, de precieze Servische naam voor het spul is me ontschoten, en vrienden en familie voor een weekend uitgenodigd. Na het weekend was alle drank op, maar de fundering lag er. Weliswaar niet overal even waterpas, maar dat kon later gecorrigeerd worden.
Hij werkte in Duitsland. In Servië kon je van 300 Euro per maand leven, zijn aanstaande Duitse pensioen voorzag daar ruim in.
We bespraken de politiek. Onder Tito werd er altijd voor je gezorgd als je ziek was, dat was nu wel anders. Maar de werkmoraal was laag, je kreeg je geld toch wel. Vreemd dat je nu veel harder moet werken, terwijl er juist minder voor je gezorgd wordt. Waar bleef al dat geld?
Tot slot kwamen de Amerikanen aan de orde, in Servië niet heel populair sinds de jaren 90. Die waren niet te vertrouwen, neem nu 11 september. Je kon toch duidelijk zien dat de ontploffingen waardoor de gebouwen instorten veel lager waren dan waar de vliegtuigen naar binnen waren gevlogen. Hoe kon dat? Ik nam het maar op voor de Amerikanen. Na een klein uurtje namen we allerhartelijkst afscheid.

Misschien iets teveel slivovitch


ONTMOETING DRIE
De volgende ontmoeting was bij een restaurantje waar ik eten wilde bestellen. Een jongeman bood me in vloeiend Engels assistentie aan. Het bleek dat hij sinds drie jaar in Den Haag werkte voor een internationale organisatie die de afschaffing van chemische wapens wil bewerkstelligen. Ik zei enthousiast 'dus je spreekt al een beetje Nederlands'. Hij keek een beetje schuldig, dacht hard na, en antwoordde daarna 'Nein'. Ik lachte hem hartelijk uit. De Amerikanen kwamen alweer aan de orde. Op mijn vraag of zij nog chemische wapens hebben antwoordde hij 'dat zeg ik niet, dan word ik ontslagen'.

ONTMOETING VIER
Net voor de Bulgaarse grens wilde ik mijn laatste Servische dinars omzetten in zakken chips, snickers en meer van dat soort voor een fietser essentiele zaken. Een allercharmantst winkelmeisje stelde in grappig gebroken Engels belangstellende vragen. Ze keek me zo opgetogen aan dat ik er verlegen van werd. Als een soort inspecteur Clouseau stootte ik bijna het rek met chips omver. Buiten werd ik uitgezwaaid.
Voor toekomstige Donau of Istanbul fietsers nog een advies. Ik hield nog 1000 Dinar over, een Euro of 10. Ik dacht dat wissel ik in Bulgarije wel. Nou, met dinars wilden ze niets van doen hebben. Maak alles op voordat je Servië verlaat.

ONTMOETING VIJF
De Servische douane informeerde, ditmaal weer in het Duits, hoe ik toch hier op de fiets was geraakt. Ik deed een poging tot humor toen er naar een eindoordeel over mijn tocht werd gevraagd. 'Schrecklich, niemals wieder auf das Fahrrad'. (Das had dem moeten zijn zie ik via Google, nou ja). Poging geslaagd, de douanier bleef maar grinniken.

NAAR BULGARIJE
De grensovergang naar Bulgarije betekende de terugkomst in de EU. De Bulgaren waren er erg trots op, overal zag ik de vlag van de EU naast die van Bulgarije. De eerste indruk van Bulgarije deed me echter meer denken aan Centraal-Azië, de voormalige Sovjet-Unie, dan aan de EU. Op hele brede straten was geen auto te bekennen, in de verte alleen een paard en wagen. Overal totaal vervallen, ingestorte fabrieken. De weg naar de eerste stad, Vidin, eindigde abrupt op een half afgebouwde brug. Na lang zoeken en lokale hulp vond ik een geimproviseerde zandweg langs en over een spoorlijn. Vidin zelf begon met een grote armoedige flatwijk. Zelfs de 'stare grad', de oude stad, bestond vooral uit verveloze flats. (Eerste indrukken moeten natuurlijk altijd bijgesteld worden, zie de komende bijdrage.)
De stad had 's avonds een verrassing in petto. Het grote plein stroomde opeens vol met mensen. Alle jongeren van een jaar of 16-18 zagen er op hun paasbest uit. De grote attractie leek te zijn dat je met de knapste meisjes op de foto mocht. Het bleek een soort openlucht 'prom' te zijn, de viering van het afgesloten eindexamen.

Ja, al met al was het een hele leuke dag. Misschien wel de leukste dag van de hele tocht. Behalve alle dagen met Gwen natuurlijk.

MLADIC
In de twee maanden dat ik weg ben worden zo'n beetje alle grote boeven gepakt.
Ik had zelf ook opgelet of ik Mladic misschien ergens zag. Bij de Servische grens hing een opsporingsbevel. Ik heb het niet helemaal goed bekeken, maar ik dacht met dezelfde beloning als voor Bin Laden, 25 miljoen. Alleen geen dollars maar Servische dinars, daarvan gaan er 100 in een Euro. Maar 250.000 Euro blijft de moeite waard. Een rekensom leert dat 1 Osama Bin Laden ongeveer 60 Mladic-en waard is. Dat lijkt mij niet helemaal fair. (Ook trouwens opvallend, hoeveel kracht iemand kan verliezen in 15 jaar.)
Nu nog het illustere Amerikaanse trio, Bush, Cheney en Rumsfeld. Ik geef toe van iets andere orde dan Mladic en OB Laden, maar ze hebben genoeg internationale rechtsregels geschonden voor een meer dan interessant proces in Den Haag. Dat worden dure advocaten.
Mladic gepakt, dan mag Servië binnen niet al te lange tijd bij de EU. Gezellig! Kroatië komt er dan ook bij, dan kunnen ze al hun grenzen weer opheffen. Soort van Joegoslavië zeg maar.

Ik zit ondertussen halverwege Bulgarije, Veliko Tarnovo. Vandaag een rustdag, morgen de hoogste pas van de hele tocht. Daarna bergafwaarts richting Turkije en Istanbul.

Lees verder...

maandag 23 mei 2011

Over de grens

Ergens halverwege Europa ligt de scheidslijn. Ik weet dat het te zwart-wit is, maar voor het overzichtelijk gemak stel ik het toch maar even zo: aan de ene kant gelden er regels en wetten, aan de andere kant gaat alles via familie en connecties. Aan onze kant omschrijven we de gang van zaken aan de andere kant vaak met het woord corruptie.
Wachten op het pont, de overkant was een stuk verder dan deze foto doet vermoeden

Zo'n 100 kilometer voorbij Belgrado moest ik de Donau oversteken met een veerpont. Ik heb weinig verstand van auto's, maar vooraan de rij wachtende stond misschien niet de duurste, maar in ieder geval wel zo'n beetje de grootste Mercedes die ik ooit had gezien. Toen de bestuurder mij Duits hoorde praten met een bejaarde Duitse fietser die ik net tevoren was tegengekomen haakte hij gelijk aan. Miralem was zijn naam, Miga voor vrienden. Wij mochten hem gelijk Miga noemen. Hij straalde het goede leven uit. Kaal, dik hoofd, redelijk buikje, kleine bruine pretogen. Bij elk verhaal dat hij aan ons kwijt kon over zijn handel en wandel begonnen ze nog meer te twinkelden van levenslust.
Miga was in hart en ziel Serviër, maar al 30 jaar Oostenrijks staatsburger. Hij had het zangerige Duits van de Oostenrijkers overgenomen. Vroeger verdiende hij gemakkelijk tienduizend euro per maand, maar nu, 'mit diesem scheiss-EU' werd het vrije jongens steeds moeilijker gemaakt. Nu regelde hij de zaakjes voor een Oostenrijks vrachtwagenbedrijf in Servië, Roemenië en Bulgarije. Op de manier die daar gebruikelijk is. Als er eens een snelheidsovertreding was begaan, of iets mis met de papieren, dan wist hij wie te bellen.
Toen het veerpont de kant verlaten had ging de achterbak van de Mercedes open. De drie man personeel van het veer kregen allemaal de laatste editie van de Penthouse, nog keurig in plastic verpakt. Voor hun kinderen had hij wat leuke plastic beestjes. Ze waren alledrie vrienden van hem, zo legde hij uit. Als er eens een vrachtwagen mee moest als er te weinig plek was, dan was een telefoontje van Miga voldoende. Zeker dat er dan een oplossing kwam. De bejaarde Duitser kreeg ook een Penthouse, voor in de tent vanavond. Ik weigerde beleefd. Ik vind de interviews in de Penthouse maar matig.

Vandaag gepasseerd: de ijzeren poort

Miga betaalde voor ons de overtocht, 'für die Firma', en stond erop dat hij ons na de overtocht op een biertje mocht trakteren. Dat werden er twee, terwijl ook de mannen van het pont niet vergeten werden. De wereldpolitiek werd even zorgvuldig doorgenomen. Bij 'die Politiker' zag hij alleen maar eigenbelang. Op 'die Ami's' (de Amerikanen) had hij het niet erg. Daarna werd het de hoogste tijd om te gaan. Morgen in Sofia, vannacht maar een korte nacht want op zijn logeeradres wachtte nog een vrouw op hem.

MEDEFIETSERS
Het aantal medefietsers dat ik vanaf Budapest heb ontmoet is nog op één hand te tellen.
Op een rijtje:
Net na Budapest een Duitse mevrouw van tegen de 70. Ik haalde haar in. Ze zou in 2 weken naar Belgrado fietsen. Ze klaagde dat ze sinds Budapest de Donau nog zo weinig had gezien. Dat zou later nog veel erger worden. In Duitsland en Oostenrijk fiets je bijna altijd op een soort jaagpad, of op de rivierdijk. Daarna verdwijnt hij regelmatig totaal uit zicht.
In Novi Sad zag ik een tegemoet fietsende Fransman. Op een randonneur (zeg maar een stevige racefiets) deed hij tussen de 130 en 190 kilometer per dag. Gemiddeld ging hij niet eens veel sneller dan ik, maar hij maakte fietsdagen van soms wel 10 uur. Het grappige was dat hij nog steeds een buikje had.
In ruim vier weken had hij zo'n beetje heel Zuid-Oost Europa befietst. Hij had nog 10 dagen om de 1600 kilometer terug naar Frankrijk af te leggen. Zijn hoeveelheid bagage was nog niet de helft van de mijne, terwijl hij in een tent sliep. Meestal ergens langs de weg. Om de dag of vier probeerde hij een camping te vinden zodat hij ook eens kon douchen.
Tussen Novi Sad en Belgrado kwam een Duitser me tegemoet. Hij vertelde dat 10 minuten voor me een oudere Nederlandse vrouw fietste, op weg naar Iran. Ik kletste 20 minuten met de Duitser, moest vlak daarna eten, en heb de Nederlandse nooit gezien. Ook de Fransman zei dat hij steeds Donau-fietsers tegenkwam. Wie weet hoeveel er een uur voor of achter me zitten. Maar als je ongeveer hetzelfde tempo hebt dan fiets je allemaal in je eigen universum. Alleen bij pauzes of overnachtingen is de kans op een ontmoeting wat groter.
De bejaarde Duitser die ik vlak voor het pont ontmoette ging wel duidelijk langzamer. Hij was deurwaarder geweest, maar dat had hém niet tot een treurig persoon gemaakt. In tegendeel, overal zag hij de lol van in. Hij sliep op campings. In Servië betekende dat altijd een aftandse bende. De dag dat ik hem ontmoette stond hij voor 11 euro tussen een stuk of 100 beschimmelde, kapotte, verlaten caravans. Voor 18 euro had ik een hotel met ontbijt.

Ondertussen ben ik in Kladovo, Servië. Sinds de twee halve liters van Miga, ik had er toen al bijna 100 km opzitten en moest daarna nog 15 verder, voel ik me een beetje vermoeid. In Kladovo zag ik een nieuw hotel staan. Ik besloot mezelf te trakteren. Ook omdat ik gisteren voor 10 euro had geslapen. De converstatie aan de balie ging ongeveer als volgt.
Ik: Hoeveel is een éénpersoonskamer?
Receptioniste: 50 euro
Ik (oprecht zonder bijbedoelingen): O, jammer, ik had 40 als max in gedachte
Receptioniste: Oké, 40 is ook goed
Ik: In dat geval had ik 35 in gedachten.
Receptioniste: Dan moet ik even met de baas bellen. (Belt) Oké, 35 is ook goed.

Kladovo is bezig met een totale verbouwing. Men lijkt binnenkort een enorme toeristenstroom te verwachten. Aan de overkant van de Donau ligt een grote Roemeense industriestad van het ouderwetse oostblok soort. Als je nog op zoek bent naar een bijzondere strandvakantie hoef je niet verder te zoeken.

Morgenavond ben ik waarschijnlijk in het uiterste puntje van Bulgarije. Daarna is het plan een stuk door Roemenië te rijden.
PS: En dan was er vandaag natuurlijk nog het hoogtepunt van de Donau fietsroute, qua landschappelijk schoon: De ijzeren poort. Schitterend!

Lees verder...

vrijdag 20 mei 2011

Schuldig landschap

Na de eerste overnachting in Servië, in het plaatsje Sombor, ging ik de volgende dag de grens over naar Kroatië. 'Schuldig landschap' is een term van de kunstenaar Armando. Landschappen waar verschrikkelijke gebeurtenissen hebben plaatsgevonden blijven daar volkomen onverschillig onder. Alles bloeit en groeit door alsof er niets aan de hand is geweest.
Ik keek naar de mensen die het land bewerkten, de bomen die langs de weg groeiden, de weg alsmaar rechtdoor. Zo gewoon, maar toch was alles bijzonder. Wat hadden deze mensen, bomen, wegen nu bijna 20 jaar geleden gezien, meegemaakt? In de Kroatische onafhankelijkheidsoorlog van begin jaren 90 vonden hier vele gevechten, etnische zuiveringen en zelfs moordpartijen plaats. Servië wilde het gebied bij groot Servië inlijven, Kroatië verzette zich daartegen.
Toch is het landschap niet geheel onverschillig. Nog steeds staan er vele ingestorte boerderijen. Ook in de stadjes zie je veel verlaten huizen. De bewoners zijn lang geleden verjaagd, hun plek is ingenomen door struiken en ondertussen zelfs bomen.

De stad Vukovar is één van de belangrijkste symbolen van de Kroatische onafhankelijkheidsstrijd. Pas nadat het toenmalige Joegoslavisch leger de stad zo goed als volledig in puin had geschoten, gaven de Kroaten op. Voor verdere info zie http://en.wikipedia.org/wiki/Battle_of_Vukovar en http://en.wikipedia.org/wiki/Vukovar_massacre.

Vukovar centrum en gedenkteken aan de Donau


Het centrum van de stad is een vreemde mengeling van nieuwbouw, herbouwde monumenten en ruïnes vol met kogelinslagen. Ik vermoed dat, naast geldgebrek, het niet willen laten vergeten van het verleden een reden is om volledig herstel niet te haasten.
Het leven gaat wel volop door. Toen ik langs fietste was het toevallig net de laatste schooldag. Terwijl ik lunchte zag ik op de Donau dijk een grote groep middelbare scholieren, dansend, en mee brullend in koor met de laatste Kroatische hitjes.

DE MENSEN
De Kroaten toonden zich bijna nog vriendelijker en behulpzamer dan de Serviërs. Je vraagt je af hoe ze in hemelsnaam die onderlinge oorlogen voor elkaar hebben gekregen.
Ook in Novi Sad (letterlijk Nieuwe Tuin), terug in Servië, niets dan vriendelijkheid. Terwijl wij (in casu de NATO) in 1999 nog al hun bruggen over de Donau kapot hebben gebombardeerd. Belgrado (letterlijk Witte Stad) was toen ook aan de beurt. De enige stad die 5 keer in de 20ste eeuw is gebombardeerd volgens Wikipedia. Maar ook daar geen oud zeer. De Serviërs hunkeren naar contact met de rest van Europa. Tot voor kort moesten ze via ingewikkelde visumprocedures maar afwachten of ze überhaupt de EU mochten bezoeken. Nu is dat voorbij. Iemand die ik erover sprak was er heel blij mee. Voor hun economie hopen ze dat er weer een flinke toeristenstroom op gang zal komen. Ik zou zeggen: Ga nu! Je bent de grote stroom vooruit, vriendelijke gastvrije mensen, mooie landschappen, interessante steden, en alles bijna voor niets. Voor hooguit 15 euro eet je in een prachtig ingericht restaurant, live muziek erbij, heerlijk eten. Voor de precies te controleren prijsvergelijking: Big Mac-menu 3,50 (ik ben speciaal even naar binnen gelopen om dit uit te zoeken).


Huisvesting Roma versus huisvesting Serviërs

Wat bij de overgang van Servië naar Kroatie opviel was het grote verschil in welvaart. Huizen, auto's en vooral kleding. In Kroatië geen trainingspak gezien.De Kroaten gaat het duidelijk veel meer voor de wind. In Servië heb ik een paar keer aan de rand van stadjes een Roma-wijk gezien. Half ingestorte huizen, gaten provisorisch gedicht met plastic, alles plassen en modder, mannen met bouwvakkers decolletés lurken aan een flesje bier of proberen een auto aan de gang te krijgen, overal smoezelige kinderen. Zo stereotiep, het had iets van een filmset. Maar het was echt, de fotogenieke armoede ver voorbij.
Serviërs in het algemeen hebben een nogal vrijmoedige omgang met afval. De steden vallen mee, maar daarbuiten ligt overal van alles en nog wat. Soms lijkt het wel een Derde-wereld land. Hongarije was brandschoon, Kroatië had een heel duidelijk bord aan de grens: 'Gooi geen afval weg'. Waarschijnlijk speciaal voor Servische bezoekers. Ook zie je overal graffiti. Ik ben haast op een leeftijd dat ik me er aan ga ergeren.

HOTELS
Nog wat korte overige berichten.
In Vukovar wilde ik slapen, maar het eerste hotel was dicht, het tweede vol (een congres,) het derde onvindbaar. Ik ging maar verder. De fietsdag nam een beloop zoals ervaren fietsers wel zullen herkennen. Ik had me verrekend in de afstand naar het volgende stadje. Geen 24 maar 34 kilometer verder. De wind was opeens tegen. Vlak langs de Donau werd op en neer door de heuvels. Het begon te regenen. Heerlijk.
In Novi Sad vertelden de receptionisten in de hotels steeds trots dat er in de stad de grootste agrarische beurs van heel oost-Europa gehouden werd. Dus geen kamers vrij. Bij het derde hotel keek ik zo teleurgesteld dat de man maar voor mij ging bellen of er nog ergens iets vrij was. Dat is pas service.
Belgrado spande de kroon qua hotel-problemen. Bleek dat net dit weekend 'Sensation White' hier gehouden wordt. Fijn zo'n Nederlands export produkt. De hele Balkan schijnt hier uit te gaan, volgens de Lonely Planet heeft de stad zelfs het beste uitgaansleven ter wereld. Voor het dance-event zat elk hotel tot de nok toe vol. Maar tourist-information heeft ongeveer een half uur voor me gebeld en uiteindelijk het laatste beschikbare bed in Belgrado gevonden.

Oké, voordat het echt geleuter wordt brei ik er een eind aan. Laatste vermeldenswaardige zaken. Op een bospad een slang tegengekomen. Hij bleef me maar aanstaren, ik denk dat ik hem gehypnotiseerd heb. Toen ik wat naar achter ging verdween hij in de bosjes. Op hetzelfde bospad voor de tweede keer van mijn fiets gedonderd. Aangeklikt rijden is niet altijd ideaal. Ik viel heel zacht, in de blubber, maar mijn zadel was kapot. In Belgrado het duurste zadel in de fietsenwinkel gekocht, 12 euro. Voor de Nederlandse prijs van een beetje zadel heb je hier waarschijnlijk een hele fiets. Ik hoop dat het goed gaat qua achterwerk.

Lees verder...

woensdag 18 mei 2011

Helemaal alleen

Op een vroege zondagochtend in Budapest was ik weer helemaal alleen. Gwen had het vliegtuig naar huis genomen. Treurig dat ze afscheid van mij had moeten nemen, blij dat het fietsen erop zat.

Aankomst in Budapest

Toen ik mijn fiets klaarmaakte voor vertrek hoorde ik gezang uit de kerk die tegenover het hotel lag. Het klonk als troost. Maar wel het soort troost dat je bijna laat huilen. Of ben ik nu te sentimenteel? De lucht was zwaarbewolkt, donker. Ik bedacht dat een druilerige bui sfeerverhogend zou zijn, maar hij bleef de hele dag uit.
Om mijn leed enigsins te verzachten waren er die dag verschillende tegemoetkomingen. Het weer was ideaal om te fietsen, zo net geen regen. Ik had een fikse wind in de rug. Het grootste gedeelte van de rit ging over redelijk tot prima asfalt. Zelfs de Hongaarse overheid had zijn best gedaan, slechts éénmaal werd ik in een onmogelijke richting gestuurd, en dat had ik al heel snel door. En om half vijf kreeg ik een sms-je dat Ajax kampioen was. Gedragen door de wind en het kampioenschap fietste ik nog harder door, op het einde van de dag had ik 136 kilometer op de teller staan.
Nu, na nog een dag wind mee, bewolkt, wel af en toe een spatje regen, ben ik in het noorden van Servië beland. Het stadje heet Sombor, maar dat weerhoudt de Serviërs niet een opgewekte indruk te maken. Dit in tegenstelling tot de Hongaren, maar daarover zometeen meer.

Verwarring mogelijk

Nog een aanvulling op het stevige doorfietsen. Als forensende randstedeling, altijd in de drukte, is het platteland een hele bijzondere ervaring. Het is daar altijd zondagochtend half negen, er gebeurt echt helemaal niets. Dat kan heerlijk zijn, maar Hongarije ten zuiden van Budapest op een druilerige zondag ging daarin te ver. De enige afleiding de hele dag was een man die opeens uit zijn voortuin te voorschijn kwam om me met een op volle kracht draaiende elektrische heggenschaar van mijn fiets af te zagen. Maar ik zag hem op tijd, hij mij ook trouwens, en het liep allemaal goed af.

EINDOORDEEL HONGAREN
Gwen en ik waren het er al over eens, en het oordeel is de laatste twee dagen niet veranderd. Hoewel we zeker vriendelijke, enthousiaste en behulpzame Hongaren zijn tegengekomen maakte de meerderheid, vooral buiten Budapest, een wat stugge en sombere indruk. In Duitsland, Oostenrijk en Slowakije word je regelmatig gegroet door andere fietsers, zeker als ze zelf ook ruim van bagage zijn voorzien. Of door zomaar mensen langs de kant van de weg. Hongaren vinden dat over het algemeen maar onzin. Als je al een kans kreeg om te groeten, er moet wel iets van oogcontact zijn, dan werd ons knikje, of zelf de opgestoken hand, regelmatig glashard genegeerd.
De service in hotel en restaurant was ook niet altijd met een glimlach. Dat kan ook voortkomen uit de taalbarriè, onzekerheid, maar dat is geen echt excuus. In mijn tot nu toe halve dag Servië werd de minstens zo hoge taalbarrière wel steeds met een glimlach genomen.

GESCHIEDENISLES
Wat ik als langsfietsende toerist van de Hongaarse geschiedenis heb opgestoken. De niet zo in geschiedenis geinteresseerden kunnen het volgende stuk gerust overslaan.
De (rechtse) Hongaren zijn erg gehecht aan de landkaart van 1914. In een restaurant zag ik hem aan de wand hangen. In het museum 'Huis van de terreur', over de Nazi- en Sovjet-onderdrukking, leidde hij de tentoonstelling in. 'Zo is het allemaal gekomen'.
In 1914 behoorden grote delen van Roemenië, Slowakije, Kroatië en Servië tot Hongarije. Als verliezende partij in WO I werd Hongarije gereduceerd tot zijn huidige afmetingen. In sommige van de verloren gebieden wonen nog steeds veel Hongaren. Hongarije zocht in de jaren 30 samenwerking met Hitler-Duitsland om de gebieden terug te krijgen. Toen duidelijk werd dat dat misschien niet de beste keus was zochten ze toenadering tot de geallieerden. De Nazi's bezetten als reactie hierop in 1944 Hongarije. In minder dan een jaar bezetting werd een groot gedeelte van de Joden en Roma weggevoerd naar de vernietigingskampen, waarbij de Hongaarse 'pijlkruisers' (fascisten) zich zeker niet onbetuigd lieten. De Nazi's werden verjaagd door de Sovjets die vrijwel gelijk als de volgende bezetters werden gezien. Zo hebben ze zich ook gedragen, denk aan het zeer hardhandig neerslaan van de volksopstand in 1956. Vanaf begin jaren 60 was de communistische onderdrukking milder.
Ik heb in Hongarije veel meer monumenten met de jaartallen 1945-1989 of 1956 gezien, verwijzend naar de communistische onderdrukking, dan monumenten voor de gebeurtenissen tijdens WO II. Helaas heb ik geen enkele conversatie met Hongaren gehad over hun bewogen geschiedenis,

Ondertussen ben ik alweer twee dagen verder met mijn fietstocht. Via een stukje Kroatië nu in Novi Sad, de tweede stad van Servië, zo'n 100 kilometer van Belgrado. Verslag volgt! (Maar wanneer, ik moet ook nog fietsen tussendoor.)

Lees verder...

vrijdag 13 mei 2011

Hongaarse borden

De tweede fietsdag in Hongarije is in Tata geeindigd.
Tata, het liet ergens een verre klok met een onvindbare klepel luiden. Op de kaart zag ik opeens iets verderop Tatabanya liggen. 'De tovenaar van Tatabanya', Josef Kiprich, één van de meest populaire Feyenoorders ooit, zijn geboortegrond ligt hier maar een paar kilometer vandaan. Daar zitten we dan toch maar mooi bij in de buurt.
Maar terug naar de fietstocht. Hongarije lijkt een wat minder rijk land dan Slowakije. Misschen is de vergelijking niet helemaal eerlijk. Van Slowakije hebben we alleen de hoofdstad gezien, niets van het platteland.
Bratislava moet wel één van de meest excentrisch gelegen hoofdsteden zijn. Vijf kilometer naar het westen en je bent in Oostenrijk, twintig kilometer naar het zuiden en je bent in Hongarije.
Hongarije noem ik met opzet niet armoediger, maar minder rijk. De steden en de dorpen zien er over het algemeen redelijk goed verzorgd uit. Maar de kleinere wegen zijn bezaaid met gaten, afslagen zijn vaak ongeasfalteerd. Verder lijkt autobezit minder algemeen verbreid. Bij de bushaltes in de dorpen zien we steeds veel mensen staan.
Economisch mag Slowkije dan Hongarije overtreffen, op de ranglijst van onbegrijpelijke talen wordt dat ruimschoots goedgemaakt. Van het Slowaaks kon ik met mijn Russisch voor half-gevorderden nog vaak wel iets maken. Hongaars ontrekt zich aan elk begrip. Zelfs termen die je universeel denkt terug te vinden gaan hopeloos fout. Ik noem hotel, dat wordt szallas, restaurant etterem. Op een yoghurtje zag ik als wervende tekst staan 'extra nagy gyümölscdarabokkal!'. Natuurlijk gelijk genomen. (Even in Google translate gegooid, het resultaat: 'extra grote gyümölscdarabokkal'.)

Fietsen blijkt in Hongarije een avontuurlijke aangelegenheid. De voornaamste leverancier voor avontuur is de Hongaarse bewegwijzering. Bij de grens werd er gemeld dat de Donau-fietsroute (Eurovelo 6) in Hongarije aangegeven zou zijn. Er was nog een onderscheid tussen voorlopige route onderdelen, gele borden, en de definitieve route, groene borden. Maar bewegwijzerd naar Budapest fietsen zou geen probleem zijn. Dag één bleven we steeds maar zuid-westelijk gaan. Dat kon niet goed gaan, op een gegeven moment zag ik voor de auto's Wenen weer op de borden verschijnen. Dat was niet echt de bedoeling, daar waren we drie dagen geleden vertrokken. Toen verdwenen de fietsborden geheel. Op eigen inzicht probeerden we weer in de goede richting te komen. De Hongaarse overheid bleek nog een tweede val te hebben gezet voor de argeloze fietser. Het fietspad langs de drukke weg eindigde in the middle of nowwhere, op de eigenlijke weg gaven grote borden aan 'verboden te fietsen'.
Vandaag, dag twee, gaven we de borden een nieuwe kans. De eerste teleurstelling was dat we na lang ploeteren over gaten-asfalt en zandwegen op een perfect geasfalteerde rustige weg kwamen waar we het bord Györ 11 kilometer zagen. Daar waren we die ochtend vertrokken, alleen hadden wij al 20 kilometer op de teller staan. Later werden we door de borden een begraafplaats opgestuurd. Goedgelovig als we zijn gingen we het hek door. Helaas bleek er aan de andere kant geen uitgang te zijn, een waarlijk doodlopende weg. Weer een tiental kilometers verder wilde een bord ons door struikgewas, sloot en over een dubbele spoorbaan laten gaan. We hebben Tata gehaald, maar vraag niet hoe. Vanaf morgen vertrouwen we alleen nog de kaart.

KLAGEN HELPT
Inmiddels alweer een dag verder. We zijn in Esztergom, ooit de hoofdstad van de Hongaren. Nu een beetje achteraf stadje aan de Donau, met wel een enorme basiliek in het midden van de stad. Bovenop geklommen kon je op een wankel plankier een rondje rondom de buitenkant van de koepel lopen. Ik verkeerde in accute doodsangst. De planken zagen eruit alsof ze nog onder de communisten waren geïnstalleerd. Die maalden niet om een christen meer of minder die vanaf het dak van de kerk naar beneden donderde. Gwen lachte me uit.

Bovenop de basiliek en hoe hoog het was.

Klagen helpt bij de Hongaarse overheid. Dag één in Hongarije zouden we 80 kilometer moeten fietsen, via de Hongaarse borden werd dat 89. Dag werd werd 60 kilometer 75. Maar vandaag liep, na de gisteren ingetikte ergenissen, een al gemakkelijke 55 kilometer terug naar 45. Morgen naar Budapest, mijn boekje belooft een kilomer of 70. We zijn benieuwd.

NAGEKOMEN BERICHTEN
Nog wat nagekomen berichten.
Mijn beweringen over het verschil in rijkdom tussen Slowakije en Hongarije even gecheckt. Het blijkt te kloppen. Slowakije staat op de wereldranglijst nummer 39 met ruim 16.000 dollar bnppppj (bruto national product per persoon per jaar), Hongarije 46 met bijna 13.000 bnppppj. Wij staan op plek 7, met 48.000 dollar pp. Dat is niet mis. Luxenburgers doen het met ruim een ton pppj. Dat is te veel zou ik zeggen. (Bron wikipedia)

Nog te noemen hoogtepunten van een tijdje geleden.
De Venus van Willendorf (Bedankt collega Marcel voor de tip. Ik had zelfs het cd-tje nog mee met de BBC documentaire, maar die vond ik gekraakt terug in mijn fietstas. Kennis kan soms ook hinderen bedacht ik maar).
Het Secessionsgebouw in Wenen, en dan vooral de Beethovenfries van Klimt. Ik had het al eens eerder gezien, maar het maakte weer grote indruk. Waanzinnig. Wat doet die gorilla daar.
Slot Schönbrunn, tip van broer Marco. Interessant om van alles over de Habsburgers op te steken. Bijvoorbeeld dat ze voor gasten de Franse keuken presenteerden, maar onder elkaar de Wiener Schnitzel prefereerden. Ook uit museum-technisch oogpunt interessant. Het is je reinste massatoerisme, de drukst bezochte attraktie van Wenen, de toerbussen staan bij tientallen voor de deur, maar alles loopt als een goed geoliede machine.
Een voorstelling in de Wiener Staatsoper. Een dag na het meeklappen met de Radetsky-mars gingen we cultureel een stapje hoger. Het was een cadeau van Gwen. Op muziek van Phillip Glass en Chopin zagen we verschillende balletten van Jerome Robbins (Oké, ik kende hem nog niet, maar nu wel). Een mooie voorstelling in een schitterend gebouw.

Over cultuur gesproken. Nu op de Hongaarse tv het Eurovisie-songfestival. Zojuist de bijdrage van Nederland gezien. Hier uitgebracht zou onze stem op Nederland gewoon meetellen. We hebben niet het idee dat het zou helpen. Kansloos.

BUDAPEST EN JAN SMIT
Ondertussen alweer een dag verder. Google blogger deed het gisteren niet, dus ik kon niets uploaden.
We zijn in Budapest, Gwen's einddoel is bereikt. Van opluchting ligt ze nu al te heerlijk ontspannen te slapen.
Ons vertrouwen in de Hongaarse overheid heeft vandaag een nieuwe knauw gekregen. De verwachte 70 km werd een dikke 80. Onderweg kwamen we een Schots echtpaar tegen, die dachten dat de fietsroute Esztergom-Budapest 52 kilometer zou zijn. Dat kan hard aankomen.
Bewegwijzering durf ik ondertussen wel als een zwak punt van de Hongaarse overheid aan te duiden. In Budapest kwamen we door braaf de bordjes fietspad te volgen in een situatie waar er behalve omkeren nog maar één uitweg was: met de fiets de roltrap af de metro in.
Verder is gebleken dat we een heel wat beter inzicht hebben in het Eurovisie-songfestival dan Jan Smit. Tijdens de uitzending konden we op de Telegraaf-site al lezen dat het volgens Jan Smit niet meer fout kon gaan. Een ijzersterk optreden van de 3J's dat zeker tot een finaleplaats zou leiden. Wij als echte kenners hadden dat beter gezien.

Lees verder...

maandag 9 mei 2011

Bratislava

Gwen en ik zijn aangeland in Bratislava. Vanaf Wenen tot Budapest fietst Gwen mee. Gisteren was haar eerste fietsdag. Eerst hadden we in het zonnetje wind mee. Tijdens de lunch viel er een enorme hoosbui. Na een verplichte pauze van meer dan een uur werd het enigszins droog. Maar minstens een graad of vijf kouder, en we hadden opeens tegenwind. Gevoegd bij twee pijnlijke billen weet Gwen het na één dag alweer: zo leuk kan fietsen zijn.

Bratislava, de hoofdstad van Slowakije, valt na de Oostenrijkse Donau en Wenen opeens buiten de grote toeristenstroom. De mensen en de borden spreken een onverstaanbare taal. Kennis van het Engels is vrij minimaal. Maar toen we zoekend om ons heenkeken begon iemand gelijk enthousiast 'centroem, centroem' te roepen en te wijzen in de richting waar ze veronderstelde dat we heen wilden. De receptioniste van het hotel vroeg 'waar komen jullie vandaan gefietst', dat was me eerder in nog geen hotel overkomen.

Wenen is bijzonder populair als toeristische bestemming, en terecht. Maar Bratislava, slechts 70 kilometer verder, is ook zeker een bezoek waard. Opeens zit je in het voormalige oostblok. De 'stare mesto', de oude stad, is bijzonder sfeerrijk. Steegjes, pleintjes, poorten, kerken waaruit de wierookwalm je al op de stoep overvalt, alles is er. Niet alle gebouwen zijn gladjes gerestaureerd. Maar afbladderende verf, scheve dakpannen en her en der wat opschietend onkruid voeren je juist meer terug naar het verleden. Zelfs de in de communistische tijd toegevoegde nieuwbouw, grijs en grauw, lijkt twintig jaar later een soort van charme te hebben gekregen.

FESTIVITEITEN
Bedankt voor de felicitaties die mij via allerlei communicatiemiddelen mochten bereiken. E-mail, sms, telefoon, weblog, zelfs nog kaarten via de post die Gwen had meegenomen.

Op de foto is één van de hoogtepunten van de viering van mijn verjaardag vastgelegd.

Een ander hoogtepunt was het bezoek aan de 'Musikverein', het gebouw waar vandaan altijd het nieuwjaarsconcert wordt verzorgd. 's Middags had ik opeens spontaan besloten kaartjes te kopen. Tussen 'tout Vienna' zag ik ons al zitten in de schitterende zaal. Dat bleek een beetje tegen te vallen. Het concert was niet in de hoofdzaal, maar in krakkemikkig nevenzaaltje. En de mede concertgangers bleken te bestaan uit Chinezen, in toeristenkloffie gestoken Westerlingen en te schaars geklede Russinnen. Oké, Gwen leest dit ook, en die hecht nogal aan de waarheid, van die Russinnen was er maar één. Maar ze zat wel naast ons.
Nu waren er al wat tekenen die ons hadden kunnen waarschuwen. We hadden ons kaartje op straat gekocht van één van de tientallen als Mozart uitgedoste figuren die elke passerende toerist aanspraken. Wervend voor het concert waren drie zaken, aldus de nep-Mozart: het hele orkest was in Mozart kledij gestoken, en behalve alle hoogtepunten van Mozart kregen we voor dezelfde prijs ook nog een de 'schöne blauwe Donau' en de Radetky-mars te horen. Gwen en ik hadden nog als theorie dat de kaartverkopende Mozarts van overdag ook 's avonds in het orkest zouden zitten. Maar dat was niet het geval. Eigenlijk was het orkest niet eens zo slecht, en we konden nog stiekem naar de grote zaal glippen om die ook even te zien.
Zo zat ik op mijn 50-ste verjaardag gezellig met een zaal vol medetoeristen de Radetsky-mars mee te klappen (voor de literatuurkenners, Turks Fruit, t-k-t-k-t-k-k-k). Alle levensvragen waren even verdwenen. Slechts één vraag bleef over: Hoe leuk kan een verjaardag zijn?

Morgen gaan we Hongarije in, langzaam richting Budapest.

Lees verder...